Fases

Na de confrontatie met het NAH start de behandeling en begeleiding voor de zorgvrager. In dit traject zijn verschillende fases te onderscheiden:

-Acute fase;

-Revalidatiefase;

-Re-integratiefase;

-Rehabilitatiefase.

Types

Vervolgens ga je kijken welk type zorgvrager je voor je hebt. GZ psycholoog Arno Prinsen heeft vanuit zijn ervaring met zorgvragers 3 typen kunnen onderscheiden: de voorbijganger, de zoeker en de klant. 

-De voorbijganger: zorgvrager heeft een beperkt ziektebesef en erkent niet dat hij een probleem heeft. De zorgvrager heeft dan ook nog geen hulpvraag.

-De zoeker: zorgvrager heeft enig ziektebesef. Dit komt vaak terug in een vage of slecht omlijnde hulpvraag. De zoeker weet dat er iets met hem aan de hand is, maar wat, weet hij niet. 

-De klant: zorgvrager is zich bewust van zijn ziektebeeld. Hij/zij heeft een duidelijke vraag, maar weet niet welke hulpmiddelen hij in kan zetten. 

 

Disharmonisch profiel 

Het is in het begeleiden van mensen met NAH zeer belangrijk kennis te hebben over en rekening te houden met de gevolgen van een disharmonisch (intelligentie)profiel. Mensen met NAH kunnen op de verschillende leefgebieden en ontwikkelingsgebieden op zeer uiteenlopende niveaus functioneren. De ene taak voeren zij op een hoog niveau uit en andere dingen kunnen vervolgens te moeilijk zijn. Iemand kan bijvoorbeeld verbaal zeer sterk zijn maar niet meer in staat zijn ‘simpele’ uitvoerende taken, zoals een dagplanning maken, zelfstandig te doen.

Het is belangrijk de persoon met NAH bewust te maken van dit disharmonische profiel en hem handvatten te bieden over hoe hij hiermee om kan gaan. Omdat de discrepantie tussen de verschillende functieniveaus niet direct duidelijk is, loopt de getroffene het risico over- of juist onderschat te worden in zijn kunnen.

 

Ondersteuningsprogramma's/benaderingswijzen 

Wanneer je weet welke type zorgvrager je voor je hebt zoek je een passende ondersteuningsprogramma/benaderingswijze bij de zorgvrager. Deze programma's/benaderingswijzen zijn ontwikkeld om de mogelijkheden van de zorgvragers, zorgverleners en het sociale netwerk van de zorgvrager te optimaliseren. 

 

Enkele van deze programma's worden kort toegelicht. 

Empatisch directieve benadering

De empatisch directieve benadering betekent dat de zorgverlener zich inleeft in de gevoelens en denkwereld van de cliënt en laat merken dat hij begrijpt wat er in de cliënt omgaat en hoe hij zich daarbij voelt. Daarnaast geef hij richting aan het handelen door aanwijzingen te geven. De zorgverlener stuurt het gedrag van de cliënt. Dit betekent geen bevelen geven, maar aanwijzingen, invoelend en sturend.

 

Zintuigprikkeling

Wanneer verbaal/ rationeel contact moeilijk is blijven altijd stimulansen via zintuigen mogelijk: geluid, licht, reuk, tast. Het doel is het bevorderen van prettige gevoelens, of: verminderen van angsten.

 

Neuropsychologische revalidatie

Neuropsychologische revalidatie (ook cognitieve revalidatie genoemd) is een specialistische behandeling gericht op het beter leren omgaan met deze beperkingen door de patiënt en zijn omgeving.

 

IOG (Intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling) op basis van competentiegericht werken

Intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling (IOG) richt zich op ouders en hun kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar, met ernstige en/of langdurige gezins- en opvoedingsproblematiek. Soms lukt het ouders niet goed om hun kinderen een veilige opvoeding te geven zodat zij zich positief kunnen ontwikkelen; daarnaast kan er sprake zijn van allerlei andere problemen (financiële problemen, werkloosheid of een sociaal isolement).

 

PPG (Praktische pedagogische gezinsbehandeling) op basis van competentiegericht werken

Praktisch Pedagogische Gezinsbegeleiding (PPG) is een vorm van Intensieve Pedagogische Thuishulp (IPT) voor gezinnen met kinderen tussen 0 en 18 jaar. De ouders zijn vastgelopen in de opvoeding en de hulp heeft tot doel hun opvoedkundige competenties te versterken. De ouders zoeken hulp bij de opvoeding en hoe om te gaan met de handicap of het gedrag van hun kind. 

 

Oplossingsgericht werken 

Elk probleem biedt mogelijkheden voor het vinden van eigen oplossingen. Dat is kort gezegd het vertrekpunt van oplossingsgericht werken, een basismethode in het sociaal werk voor mensen wiens eigen oplossend vermogen tekort schiet. Het doel is mensen in staat te stellen om op hun eigen manier en samen met mensen uit hun omgeving het probleem waarvoor zij hulp vragen aan te pakken.

 

5 K's

Het doel van de methode is dat cliënten zich veilig voelen en zekerheid ervaren door een bepaalde structuur van omgang te bieden. Informatie moet kort en bondig worden overgebracht. Hierbij wordt slechts één onderwerp tegelijk behandeld.

(K)Concreet:Abstracte situaties en taalgebruik zijn moeilijk te bevatten. Daarom is het beter zo concreet mogelijk bij het hier en nu van de cliënten aan te sluiten. Door de situatie zichtbaar te maken, worden cliënten tot handelen uitgenodigd.

(K)Consequent: Het opnemen van informatie is een moeizaam proces. Opdrachten moeten eenduidig worden gegeven en verschillende begeleiders moeten in vergelijkbare situaties zo identiek mogelijk handelen. Dit biedt duidelijkheid en houvast voor de cliënt.

(K)Continu: Regelmaat is belangrijk. Doordat de cliënt zich niet van zijn of haar eigen tekortkomingen bewust is, kan hij of zij die ook niet overzien of compenseren. Hierin ligt een belangrijke taak voor de begeleiders. Zij moeten hun werk naadloos op elkaar afstemmen.

(K)Creatief: De begeleiders benaderen de cliënt op een creatieve manier. Dit geldt ook voor het oplossen van problemen.

 

Brain integration

Het Brain Integration programma is bedoeld voor mensen met een NAH die in een latere fase
maatschappelijk vastlopen dan wel dreigen vast te lopen. Meestal is er bij deze doelgroep sprake van
het zogenaamde ‘uitgerevalideerd’ zijn wat betreft de primaire revalidatieperiode. Men heeft hierin
gewerkt aan basisvaardigheden, zoals lopen, armhandfunctie, spreken, dagelijkse activiteiten en
cognitie. Wanneer blijkt dat op deze gebieden geen winst meer te behalen valt, wordt de revalidatie
vaak afgesloten. Het proces van maatschappelijke participatie moet dan nog beginnen. In een aantal
gevallen is er wel sprake van maatschappelijke reïntegratie, maar is er een door een wijziging in
omstandigheden sprake van een verstoord evenwicht.


Het Brain Integration programma is holistisch van opzet, dit wil zeggen dat RMC Groot Klimmendaal
er vanuit gaat dat het voor iemand met een Niet-Aangeboren Hersenletsel belangrijk is te functioneren
in een sociaal systeem waarbij alle levensgebieden op elkaar zijn afgestemd. Er zijn drie hoofdlijnen te
onderscheiden in het Brain Integration programma:
• wonen: al dan niet begeleid;
• zinvolle dagbesteding: al dan niet betaald werk, andere vormen van dagbesteding;
• sociaal/emotioneel welbevinden: sociale contacten, relaties, verwerking, cognitieve
vaardigheden.

 

PDL (Passiviteiten van het dagelijks leven)

PDL is een zorgmethode die letterlijk aan het bed van de passieve cliënt is ontstaan/ PDL richt zich op cliënten met een grote of volledige zorgafhankelijkheid, en is gebaseerd op een biopsychosociaal model. Ze gaat uit van de wensen en beleving van de cliënt en heeft tot doel stabilisatie, het omgaan met beperkingen waarvoor geen herstel mogelijk is, en het maximaal gebruiken van restcapaciteit.

 

Boks-Bant methode van Apperlo

De boks-bant methode is methode die uitgaat van verschillende benaderingswijzes. Boks is gebaseerd op macht; hoog EE (expressed emotions). Het staat voor betutteling, overbezorgdheid, kritiek en straf. Bant is gebaseerd op relatie; laag EE. Bant staat voor bekrachtigen, assertiviteit, negeren en time out. 

 

Hooi op je vork

Hooi op je vork is een methode voor het ondersteunen van mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Het begeleiden van mensen met niet-aangeboren hersenletsel roept veel vragen op. Hoe help je de persoon zijn leven weer op orde te krijgen? Wat wil hij bereiken en wat kan er nog? Hoe kom je hierover met elkaar in gesprek? Hoe kan je begeleiden zonder de regie over te nemen? Begeleidingsmodel Hooi op je vork is ontwikkeld als handreiking bij het vinden van antwoorden op deze vragen. Het model is bij uitstek geschikt om vraaggericht werken in de praktijk vorm te geven.

 

Bronnen:

licentie NAH 

http://kennisbundel.vilans.nl 

https://btsg.nl/belevingswereld-centraal/

https://www.zorgaccent.nl/behandelmethodieken

https://mijn.bsl.nl/neuropsychologische-revalidatie-bij-hersenletsel/589368

https://www.quarijn.nl/5k-model

https://www.movisie.nl/interventie/oplossingsgericht-werken

https://www.klimmendaal.nl/bestanden/3_Revalideren/volwassenen/448-1/Brain_Integration_programma.pdf

http://stichtingpdl.nl/stichting-pdl/wat-is-pdl/

https://www.watvindik.nl/reviews/methodisch-ondersteunen-mensen-hersenletsel-greep-je-leven-hooi-je-vork

Maak jouw eigen website met JouwWeb